Vorige week kwamen de dochters de school uitgerend met de eindrapporten in de hand. Gelukkig allemaal prima cijfers, een paar aandachtspuntjes, geen heftige problemen op school. Maar wel een aantekening onder de cijferlijst bij de jongste: “Eigenlijk zou je echt wat meer je best moeten doen om netjes te schrijven.” Ik moet in mezelf lachen. Waar kennen we dat ook weer van? Ik was ook niet zo’n nette schrijver, toen…
Ik heb een paar schriftjes van de basisschool bewaard, waaronder een dicteeschriftje. En als ik daar doorheen blader, breekt mijn hart. Wat bezielt een docent om zijn leerlingen zulke achterlijk lage cijfers te geven voor hard – en echt niet zulk slordig – werk? Ik geloof niet dat ik het type was dat de kantjes er vanaf liep. Op één bladzijde staat zelfs het cijfer 5 1/2 / 6-. (“Is dit nu een vijf en een half waard of een zes min? Hmmm, ik doe gewoon beide…”)
Met terugwerkende kracht vind ik meneer Stroink (wij zeiden ‘meneer’, niet ‘meester’) heel stom. Gelukkig zijn ze tegenwoordig niet meer zo. En wordt er heel voorzichtig gezegd: eigenlijk zou je…
Maar aan de andere kant: heeft mijn verontwaardiging over die lage cijfers van meneer Stroink er dan toch voor gezorgd dat ik later uit pure wraak mijn best heb gedaan op mijn handschrift?